Het is al een tijdje geleden dat de nieuwe generatie iPad mini met Retina display werd voorgesteld door Apple, maar pas sinds deze week is hij te koop. Kort na de release onderwierp een Apple-gebruiker de nieuwe iPad mini aan een Benchmark-test (een test die peilt naar de snelheidsprestaties van computersystemen) en vergeleek deze met andere Apple-producten. 

De testresultaten

Na een grondige analyse van de kloksnelheid (aantal bewerkingen per seconde) van de processor, kwam de gebruiker tot de conclusie dat de snelheid van de  iPad mini bijna exact overeenkomt met de iPhone 5s. De iPad mini klokt af op een snelheid van 1,29 Ghz (1 290 000 000 bewerkingen/seconde), terwijl de iPhone 5s het met net iets meer kan stellen: 1,30 Ghz. Als we dan eens kijken naar de grotere en duurdere iPad Air dan vinden we hier een kloksnelheid van 1,39 Ghz terug.

Merk je hier dan iets van?

Deze vraag kunnen we echter heel kort en bondig beantwoorden. Neen, dit is zo goed als niet merkbaar. Dit louter omdat je het als gebruiker niet kan herkennen om twee verschillende kloksnelheden te ervaren. Wat ons echter meer boeit is het feit dat ze nochtans allemaal dezelfde 64-bit A7-chip bevatten, maar toch een verschillende kloksnelheid halen.

Misschien haalt de iPad mini wel een lagere kloksnelheid wegens thermische redenen? Omdat hij gewoon kleiner is? Of misschien wel omdat Apple dezelfde batterij-omvang van zijn voorganger wil behouden? Wat trouwens met de nieuwe iPad mini nog altijd een straffe 10u mag betekenen.

Het is een erg boeiende test om eens de verschillende kloksnelheden in een ander perspectief te plaatsen. Er van wakker liggen moeten we zeker niet doen, aangezien we het als gebruiker onmogelijk kunnen ervaren.